
Gisteren verscheen een bericht in PropertyNL dat de Gemeente Rotterdam een deel van de huuropschorting vanaf maart 2020 gaat kwijtschelden. Het bewuste artikel vind je hier: https://www.propertynl.com/Nieuws/Rotterdam-scheldt-deel-verschuldigde-huur-kwijt/7fe793a7-e284-4151-ac74-ffbf559f895a
Is dit wel zo slim?
Dit lijkt een sympathiek gebaar van de gemeente naar ondernemers maar het roept wel de nodige vragen en kanttekeningen op.
Allereerst lijkt de kwijtschelding alleen te gelden voor winkels en horeca-ondernemers. Het lijkt er dus niet op dat dit ook geldt voor de panden waar huurders in de cultuursector inzitten. Maar ik kan me niet voorstellen, dat dergelijke huurders ook niet graag dit voordeel zouden genieten.
Maar is deze actie wel te rechtvaardigen vanuit allerlei gezichtspunten? Ik heb zo op het eerste gezicht meteen al de volgende vragen:
- Is dit fair ten opzichte van winkeliers en horeca van niet-gemeentelijke panden?
- Is dit geen verkapte overheidssteun waardoor oneerlijke concurrentie ontstaat?
- Als dit vanuit de lopende begroting komt, waar worden deze kwijtscheldingen dan door gedekt?
- Gaan en/of kunnen andere gemeenten dit ook doen, mede gezien de slechte financiële situatie van veel gemeenten?
- Rotterdam hoopt dat commerciële verhuurders dit voorbeeld gaan volgen, maar is dat realistisch?
- Hoeveel commercieel vastgoed m.b.t. horeca en winkels bezit de gemeente dan eigenlijk als dit ongeveer € 10 miljoen gaat kosten?
Wat zijn de getallen waar het over gaat?
Het artikel vermeldt dat de gemeente door de regeling van huurkwijtschelding ongeveer € 10 miljoen misloopt aan inkomsten. Dit is gerekend vanaf maart 2020 tot en met maart 2021, dus feitelijk over een jaar huur. De kwijtschelding zal per geval worden vastgesteld op een percentage tussen de 25% en 50%. Omgerekend houdt dit in dat de gemeente dus een huuropbrengst heeft per jaar op horeca en winkels van tussen de € 20 en € 40 miljoen. Laten we voor het gemak even het midden nemen van € 30 miljoen. Als we daar even een factor van 10 op loslaten om de waarde te bepalen, dan bezit de gemeente dus een portefeuille van ongeveer € 300 miljoen aan commercieel vastgoed inzake horeca en winkels. Dat gegeven is al opmerkelijk. Ik weet vanuit mijn tijd als ambtenaar (jawel, bij de gemeente Rotterdam zelfs 😉) dat een gemeente vanuit een gebieds- of projectontwikkeling een belang heeft om deze functies toe te voegen, maar is € 300 miljoen niet een beetje veel?
Verkapte overheidssteun, oneerlijke concurrentie en dekking
Het artikel sluit af met de opmerking dat de gemeenteraad in Rotterdam nog akkoord moet gaan met de financiële dekking van de regeling. Dan hadden ze wellicht beter even kunnen wachten met het persbericht, want als de gemeenteraad niet akkoord gaat, dan hebben ze deze ondernemers een worst voorgehouden, die snel weer oplost. Ik ben benieuwd waar deze dekking vandaan komt, want het mag duidelijk zijn dat als dit geld niet meer binnenkomt, dit ook niet uitgegeven kan worden. Of heeft de gemeente ergens potjes staan die dit kunnen opvangen? Linksom of rechtsom, dit bedrag komt uit de portemonnee van de Rotterdamse burger. De vraag is wat die daarvan vindt?
De ondernemers die deze kwijtschelding ontvangen zullen blij zijn en het is ze ook gegund. Maar dit werkt wel oneerlijke concurrentie in de hand. Want als jij niet van de gemeente huurt, heb je deze korting niet. Theoretisch krijgen de ondernemers die in aanmerking komen voor de regeling op een verkapte wijze extra overheidssteun, die andere ondernemers niet krijgen. Naast het feit dat hier wet- en regelgeving over is, lijkt me dit een zeer onwenselijke situatie.
Wat gaan andere gemeenten doen?
Nu Rotterdam deze stap lijkt te gaan zetten, zullen veel ondernemers in andere gemeenten die ook van de gemeente huren, onmiddellijk hoop hebben dat andere gemeenten dit ook gaan doen.
Hieronder staat het dashboard van de financiële situatie van Rotterdam op www.findo.nl:

Het dashboard van de gemeente Rotterdan ziet er nog wel oke uit. Maar de vraag is of de financiële situatie van andere gemeenten dit wel toelaat? Net twee dagen geleden verscheen het volgende bericht in de NRC: “Eén op drie gemeenten krijgt begroting niet rond”.
Ik citeer even uit het artikel dat ook op BNR verscheen:
“Het lukte bijna één op de drie gemeenten niet om voor 2021 een sluitende begroting te maken. Het gaat om in totaal 120 gemeenten, blijkt uit onderzoek van NRC. De krant bekeek alle 336 toezichtbrieven die de provincies sturen in antwoord op de door de gemeenten ingediende begrotingen.
De andere 216 gemeenten, die de begroting wel rond kregen, hebben vrijwel zonder uitzondering stevige beleidskeuzes moeten maken of flink moeten bezuinigen. Negentien gemeenten werden in de vergelijking niet meegeteld, omdat deze net waren gefuseerd of komend jaar zullen gaan fuseren.
Twaalf gemeenten onder officieel toezicht provincie
Van de 336 gemeenten staan er twaalf onder curatele – officieel toezicht – van de provincie. Dat zijn er drie meer dan vorig jaar. Deze gemeenten konden tot 2024 geen enkel begrotingsjaar sluitend krijgen en moeten de komende maanden een herstelplan inleveren.
Echter, Floor Vermeulen, gedeputeerde in Zuid-Holland (financiën, VVD), stelt dat dit getal het probleem ‘maskeert’. “Je ziet dat in sommige gemeenten last minute met de gemeenteraad is besloten incidenteel geld te gebruiken om structurele lasten te verlichten of dat reserves zijn aangesproken. Dat is hozen, niet het gat dichten”, zegt ze tegen de NRC.”
Vooralsnog lijkt het erop dat andere gemeenten niet eens de mogelijkheid hebben om het voorbeeld van Rotterdam te volgen.
Commerciële verhuurders
In het artikel in PropertyNL wordt wethouder Roos Vermeij geciteerd:
“Als gemeente kunnen we dit alleen regelen voor huurders van gemeentelijk vastgoed, maar we hopen dat commerciële verhuurders dit voorbeeld volgen en waar mogelijk ook coulant omgaan met het innen van achterstallige rekeningen.”

Dit citaat is eveneens opmerkelijk. Het is heel nobel dat de gemeente het voortouw neemt en hoopt dat de markt zal volgen. Maar waar de gemeente geld van de burger weggeeft, ligt dit voor bijvoorbeeld een pensioenfonds anders. De wethouder hoopt dus dat eigenlijk dat gepensioneerden ook inleveren om de horeca en de winkels te helpen. De markt van vastgoedeigenaren is verder heel divers en elke eigenaar zal moeten nagaan of hij de ruimte überhaupt heeft om dit voorbeeld te kunnen volgen. Maar het is makkelijk om dit te roepen als je niet je eigen geld, maar geld van de burger weggeeft.
Voor de eigenaar van de Markthal zal e.e.a. zeker anders liggen.
Afsluitend
Als we dan toch besluiten om de belastingbetaler hiervoor op te laten draaien, laten we dit dan met een landelijke regeling doen, waarbij, naast de ondernemers ook de verhuurders gecompenseerd kunnen gaan worden. Voor de verhuurders is de coronapandemie ook een onvoorziene omstandigheid. De beslissing om horeca en winkels te sluiten is tenslotte ook genomen door de landelijke overheid. Een solo-acties zoals deze van de gemeente Rotterdam, draagt dan niet bij aan de oplossing van het probleem wat de horeca, winkeliers en vastgoedeigenaren landelijk hebben. Dit geldt zowel voor commerciële verhuurders als voor andere gemeenten.